De afkorting BMI staat voor Body Mass Index, ook wel queteletindex (QI) genoemd. Deze index geeft weer wat de verhouding is tussen lengte en gewicht bij een persoon. Hiermee kan op een simpele manier worden berekend of er sprake is van over- of ondergewicht. Aan de hand van een berekening kan deze waarde worden uitgerekend. De formule is: je gewicht in kilogram, gedeeld door jouw lengte (in meters) in het kwadraat. Als hier een BMI uitkomt van <18,5 valt dit onder ondergewicht. Tussen de 18,5-24,9 is je BMI normaal, 25-29,9 geeft overgewicht aan, 30-34,9 obesitas, en 35< ten slotte geeft een BMI met extreme obesitas.Echter is de Body Mass Index niet voor iedereen het geschikte meetinstrument, en dient men zich niet blind te staren op dit getal. Als iemand veel sport en hierdoor een hoge spiermassa heeft en weinig vet, wordt het lichaamsgewicht ten onrechte als te hoog beschouwd (in relatie met de lengte). Ditzelfde is het geval met het (extreem) vasthouden van vocht. Hierdoor kan er overgewicht uit de berekening komen, terwijl dit niet het geval is. De verhoudingen van het spier-, vet-, en vochtpercentage worden namelijk niet mee gerekend. Tevens worden overige onderlinge verschillen niet in de berekening meegenomen, zoals lengte, lichaamsbouw, botmassa of zelfs geslacht. Hierdoor kan de uitkomst alsnog een onjuiste indicering geven. De BMI dient dus geïnterpreteerd te worden als indicatie. Individuele verschillen daargelaten, is er tussen de 18,5-25 is er nog niet veel aan de hand en is het gewicht gezond. Bij een BMI boven of onder deze grens dient er actie te worden ondernomen (onder- en overgewicht).