Boter, of roomboter, is de gekarnde room van melk. Het product mag pas boter worden genoemd als er minstens 80% melkvet in zit. Het is een smeerbaar vet dat bestaat uit room (afgeroomd melkvet) en een klein beetje water. Boter kan worden gebruikt als bak- en braadproduct, en als smeersel op bijvoorbeeld de boterham. Verder kan het als ingrediënt worden gebruikt in gebak, koek, en andere snacks. Om een kilo boter te maken, is ongeveer 25 liter melk nodig.
Er bestaan diverse soorten boter. Ten eerste geklaarde boter (of ‘ghee’, de Indiase variant hiervan), wat de gesmolten variant van roomboter is. De vaste bestanddelen (zouten en eiwitten) en het water zijn verwijderd, en de geklaarde boter blijft over. Dit kan worden gebruikt als bak- en braadproduct. Het voordeel van geklaarde boter is dat het zoutarm is, en het kookpunt ligt hoger waardoor het beter tegen verhitting kan. Ook is er grasboter. Dit wordt gemaakt van melk uit de periode dat de koeien in de wei lopen. Hierbij eten zij vers gras, wat zorgt voor een andere samenstelling van de melk. Dit boter heeft over het algemeen een gelere kleur, wat meer smaak en is beter smeerbaar. Verder bestaan er boters lager in zout (voor een zoutarm dieet), halfvolle boters (lager in vetten), en biologische boters.
Boter bestaat uit verzadigde vetzuren, en de vitamines A, D en E. De vetzuren bestaan uit korte ketens wat de boter makkelijk verteerbaar maakt door onze darmen, en waardoor het snel kan worden omgezet in energie/brandstof. De verzadigde vetten zitten van nature in dit dierlijke product, en bieden goede voedingsstoffen. Wel kan een teveel aan verzadigde vetten (slecht LDL) cholesterol verhogend werken met eventuele hart- en vaatziekten tot gevolg. Boter (en de producten die het in hoge concentratie bevatten, zoals gebak) dient dus met mate te worden geconsumeerd.