Cholesterol is één van de vetten die in ons bloed (bloedlipiden) voorkomen. Ons lichaam maakt dit gedeeltelijk aan in de lever, maar een groot deel kan door (verkeerde) voeding voor een grotere concentratie in het bloed zorgen. Cholesterol kun je verder opdelen in twee vormen. LDL-cholesterol en HDL-cholesterol. Wat je concentratie hiervan in het bloed is, kun je bij de huisarts laten testen met een lipidentest (cholesteroltest).
Ten eerste is er de LDL-cholesterol, ook wel bekend als de ‘slechte’ cholesterol. LDL staat hierbij voor Low Density Lipoproteïnen. Een te hoge concentratie hiervan in het bloed kan zorgen voor hart- en vaatziekten. Door een teveel aan dit vet in het bloed, kunnen aderen ‘dichtslibben’. De aanbevolen waarde voor de LDL in het bloed is < 2,5 mmol/l. Een risico op hoog cholesterol kan soms erfelijk belast zijn, maar overgewicht en een slecht (hoog in vetten) dieet spelen de grootste rol. Het veranderen van dieet naar een gezond, gevarieerd en gebalanceerd voedingspatroon heeft al vele positieve voordelen voor het cholesterolgehalte in het bloed. Hierbij wordt het risico op de eerdergenoemde hart- en vaatziekten significant verlaagd. Tevens is er ondersteunende medicatie van de arts voor beschikbaar in de vorm van ‘cholesterolverlagers’.
Dan is er de HDL-cholesterol, wat staat voor High Density Lipoproteïnen. Deze filtert de overtollige cholesterol uit ons bloed, transporteert dit terug naar onze lever, waarna het via onze darmen wordt uitgescheiden. Een gezonde HDL-cholesterol waarde in ons bloed ligt bij mannen rond de 1 mmol/l en bij vrouwen rond de 1,2 mmol/l (door de verschillen in vetcellen en -opslag bij vrouwen). Deze vorm van cholesterol willen wij dus graag in ons bloed hebben door de vele gezondheidsvoordelen.
Het is dus zeer van belang om deze waarden met regelmaat door de huisarts te laten controleren om hart- en vaatziekten te voorkomen. Met name bij een risicodoelgroep met overgewicht zal de concentratie van LDL-cholesterol in het bloed snel te hoog
zijn.