Lichaamsvet

Het lichaamsvet omvat het aandeel aan vetmassa in het lichaam. Het meten van het lichaamsvet, kan aan de hand van het vetpercentage. Dit kan worden opgemeten door middel van een huidplooimeting met een tang, of een weegschaal met vetpercentage meter. Dit vetpercentage kan een indicatie geven hoe iemand zijn gezondheid is. Een gezond vetpercentage is afhankelijk van diverse persoonlijke factoren en wensen. Lengte, geslacht en leeftijd spelen onder ander een rol. Ook kan een wens bestaan om (tijdelijk) iets minder vet te hebben, waardoor de spierdefinitie wat zichtbaarder is voor bijvoorbeeld bodybuilding wedstrijden. Wel bestaan er marges welke aangeven in hoeverre het vetpercentage nog gezond is. Vrouwen hebben over het algemeen een hoger vetpercentage dan mannen. Dit ligt aan de vrouwelijke hormonen en verdeling van het (nodige) vet op het lichaam. Vrouwen hebben meer vetreserves nodig voor eventuele zwangerschappen waardoor het een biologische oorzaak heeft. Het vet verdeelt zich met name rond de heupen, buik, borsten en dijen. Voor vrouwen wordt over het algemeen een vetpercentage van 20-32% als gezond beschouwd, en bij mannen ligt dit bij 8-18%. Bij mannen verdeelt het vet zich met name in het bovenlichaam (de borst en buik). Voor hen heeft het hebben van (meer) vet geen biologische oorzaak, waardoor de percentages lager liggen. Lichaamsvet hebben wij in een bepaalde mate, heel hard nodig. Het isoleert ons, houdt de lichaamstemperatuur op peil, beschermt onze weefsels en organen, reguleert hormonen, en slaat de benodigde energie op. Het dient tevens als reservevoorraad voor deze energie. Dit maakt ook dat een overschot aan calorieën als extra vet (dus energie) wordt opgeslagen. Hierdoor kan het vetpercentage in het lichaam verhogen, en kan het lichaamsgewicht toenemen. Het is dus van groot belang voor ons lichaam om wat vet ter bescherming te hebben. Hoeveel dit is, is dus sterk afhankelijk van bovengenoemde persoonlijke kenmerken en doelen. Een vetpercentage boven of onder de gezonde waardes kan risico’s voor de gezondheid met zich meebrengen. Ook is het sterk leeftijdsafhankelijk. Hoe ouder iemand is, hoe hoger de gezonde marges komen te liggen. Dit komt omdat de lichaamsdichtheid dan verandert. Vetmassa neemt toe, en vetvrije massa neemt af.