Het metabool equivalent, oftewel de MET-waarde (Metabolic Equivalent of Task), geeft weer hoeveel energie een bepaalde fysieke inspanning/activiteit kost. Dit, ten opzichte van de hoeveelheid energie die benodigd is in rust. Dit metabole meetinstrument komt uit de fysiologie, en hierbij kan worden berekend hoeveel calorieën iemand precies verbrandt bij een fysieke inspanning. Eén MET komt hierbij overeen met de basale stofwisseling (of de ruststofwisseling). Deze energie gebruikt men namelijk altijd (zowel wakker als slapend), en is nodig om de primaire levensprocessen in ons lichaam goed te laten verlopen. Hierbij kun je denken aan het kloppen van je hart, het knipperen met je ogen, en de lucht in- en uit je longen.
De MET-waarde wordt uitgedrukt in het verbruik van zuurstof per kilogram lichaamsgewicht, per minuut. Eén MET staat hierbij gelijk aan 3,5 ml zuurstof per kilogram lichaamsgewicht, per minuut waarna de berekening kan worden gemaakt. De formule is: MET x 3,5 x lichaamsgewicht (in kilogrammen) delen door 200. Dit geeft het totale energieverbruik per minuut weer. Deze is echter voor iedereen anders. Geslacht, lengte, gewicht, etc. zijn allen van invloed op de hoogte van de MET. Hierdoor kan de (hoogte van) verbruikte energie bij eenzelfde activiteit voor iedereen verschillen.
De hoogte van de MET-waarde kan verschillen vanaf 0,9 (in slapende toestand), tot 18 MET bij zware inspanningen en activiteiten. Hoe zwaarder en intensiever de activiteit, hoe hoger de MET-waarde. Lichte activiteiten zoals televisie kijken, rustig lopen of schrijven en typen hebben een MET-waarde onder de 3. Activiteiten met een gemiddelde intensiteit liggen rond de 3-6 MET. Bij deze activiteiten kun je denken aan (rustig of meer op tempo) fietsen, wat lichamelijke oefeningen, of schoonmaken. Zware activiteiten geven een hoge MET (6 of meer) en dit is met name het geval bij hardlopen, sporten, touwtje springen, zwemmen, etc.