Het woord orgaan is afgeleid van het Griekse woord ‘organon’, wat staat voor ‘werktuig’. Organen bestaan uit een geheel aan (gelijksoortige) weefsels, en deze kunnen één of meerdere functies hebben. Ook kunnen zij uit stelsels van enkele organen bestaan die gezamenlijk zorgen dat bepaalde processen goed verlopen. Hierbij kan er gedacht worden aan het spijsverteringsstelsel, het zenuwstelsel of de bloedsomloop. Zij hebben elkaar nodig om complexere werkzaamheden uit te kunnen oefenen.Het grootste orgaan van de mens is de huid. Deze beschermt ook gelijk het hele lichaam en alle interne organen tegen allerlei negatieve invloeden van buitenaf (zoals ziektekiemen en extreem koude of warme temperaturen). Ook het skelet met haar botten biedt de interne organen een sterke bescherming. Overige voorbeelden van organen zijn onder ander het hart, de longen, de maag en de nieren.