Van de 22 aminozuren, zijn er 9 essentieel voor ons lichaam. Deze 9 aminozuren kunnen wij zelf niet aanmaken, waardoor wij deze uit onze voeding moeten nemen. De overige 14 aminozuren zijn niet-essentieel (waarvan er 3 semi essentieel zijn), en deze kan ons lichaam zelf samenstellen uit de overige 9 aminozuren uit onze voeding.
Een aminozuurprofiel wil zeggen hoeveel van de (essentiële) aminozuren er precies in een product zitten. Als je een voedingsmiddel zou ontleden en afbreken tot de 20 aminozuren, kun je zien hoeveel van deze aminozuren in het product voorkomen. Dit noemt men het aminozuurprofiel.
Hoe meer het profiel aansluit bij de eiwitten die je lichaam nodig heeft, hoe gunstiger dit voor je is. Op deze manier kan het lichaam de eiwitten nog beter omzetten in de benodigde aminozuren en eiwitten. Dit heet de ‘biologische’ waarde van het eiwit. Deze dient zo optimaal mogelijk te zijn.
Toch zit er een groot verschil in de biologische waarde van eiwitten. Het grootste verschil is hierbij te vinden tussen de dierlijke en plantaardige eiwitten. De aminozuurprofielen verschillen zeer sterk. In de dierlijke eiwitten is een volledig aminozuurprofiel te vinden. Deze dierlijke eiwitten en bijbehorend volledig aminozuurprofiel zijn vaak beter door het lichaam op te nemen en om te zetten.
In plantaardig eiwit is dit minder het geval. Vooral veganisten en vegetariërs moeten hierdoor goed letten op de aminozuurprofielen en eiwitten die zij binnenkrijgen zodat deze voldoende is. Granen en peulvruchten vullen elkaar hierbij bijvoorbeeld goed aan en zorgen wel voor een compleet aminozuurprofiel.