Vetten zijn een van de macronutriënten (naast koolhydraten en eiwitten) in onze voeding en dienen wij dagelijks te consumeren. 1 gram vet levert 9 calorieën aan energie voor ons op. Vetten bevatten vitamine A, D, E en K, en essentiële verzuren. Deze vitaminen en vetzuren zijn door ons lichaam niet zelf aan te maken, en dienen wij uit voeding te verkrijgen. Het levert energie, en werkt verzadigend. Ook dienen de hieruit verkregen voedingsstoffen als bouwstoffen voor onze cellen, spieren, ogen en hersenen. Tevens worden onze hormonen voor een groot deel gereguleerd en gebouwd door vetten (zoals cholesterol, en indirect hieruit testosteron). Lichaamsvet werkt isolerend tegen kou, en werkt als een energievoorraad. Als er teveel aan vet wordt geconsumeerd (wat veel calorieën bevat) kan dit teveel aan energie worden opgeslagen als extra vetreserves met gewichtstoename tot gevolg.
Vet is onder te verdelen in zowel verzadigde vetzuren, als onverzadigde vetzuren. Voeding (dat vet bevat) zal deze beide vormen altijd in zich hebben. De verhoudingen zullen echter verschillen, waarbij men (gezonde) keuzes kan maken.
Verzadigde vetten zijn de ongezonde van de twee, en kan LDL-cholesterol (de slechte cholesterol) verhogend werken met hart- en vaatziekten, overgewicht, en zelfs kanker tot gevolg. Het is dus van belang om deze inname zoveel mogelijk te beperken. Verzadigde vetten zijn met name terug te vinden in bewerkt en vet vlees (hamburgers, worsten en overige snacks), gebak, junk- en fastfood en roomijs. Deze vorm van vet blijft niet vloeibaar of zacht, maar stolt weer of is hard bij kamertemperatuur of kou.
Dan de onverzadigde vetzuren. Onverzadigde vetten kenmerken zich door een (met name) vloeibare vorm welke niet stolt bij koudere temperaturen. Deze voedingsmiddelen bevatten de benodigde vitamines en essentiële vetzuren die ons lichaam nodig heeft. De onverzadigde vetten dragen bij aan het verlagen het LDL- en verhogen van het HDL-cholesterol (de goede variant) in het bloed. Dit alles beperkt de risico’s op bovengenoemde ziekten. Bij deze onverzadigde vetzuren, en wat zij bevatten, kun je denken aan Omega 3 (alfa-linoleenzuur) en Omega 6 (linolzuur). Voedingsmiddelen die onverzadigde vetten bevatten zijn onder andere noten (ongebrand en ongezouten), plantaardige olie, avocado’s en vette vis (makreel, zalm en haring). Deze onverzadigde vetten en de vitamines die het bevat, dienen dus een belangrijk onderdeel van het dagelijkse dieet te zijn.